Deze week keurde de federale meerderheid in de Kamer het “wetsontwerp tot wijziging van de wet continuïteit ondernemingen (WCO” goed). De aanpassingen worden door N-VA echter als suboptimaal bevonden gezien de nefaste repercussies ervan op het bedrijfsleven.
Eén van de middelen om een faillissement te vermijden is de opschorting van de betalingen door een onderneming aan haar schuldeisers, door het vastleggen van een periode waarin de schuldeisers geen beslag kunnen leggen op de bedrijfsactiva. De huidige WCO- wet voorziet via die weg in de mogelijkheid om ondernemingen die tijdelijk in moeilijkheden verkeren terug een doorstart te geven.
Kamerlid Karel Uyttersprot (N-VA): “Dit is evenwel een moeilijk evenwicht; uiteindelijk moeten we opletten dat het instrument enkel wordt gebruikt door diegenen die er écht nood aan hebben. Anders wordt het medicijn schadelijker dan de kwaal.”
Vier jaar na de inwerkingtreding van de WCO zijn er scheeftrekkingen gegroeid. Er bestaat vandaag nogal wat oneigenlijk gebruik: het toestaan van gerechtelijke reorganisatie leidt ongewild tot concurrentievervalsing tegenover gezonde ondernemingen . Wie geniet van de WCO, kan goedkoper diensten en goederen aanbieden dan zijn collega die niet geniet van opschorting van betalingen.
Karel Uyttersprot: ” een goed georganiseerde transporteur verloor een belangrijk contract aan een voedingsmulinational. Een concurrent had de WCO-aangevraagd, diende zijn facturen niet te betalen gedurende een ruime periode, en bood de multinational een offerte van 100 €/rit goedkoper”.
Veranderingen in de WCO waren dus noodzakelijk. Maar op een aantal punten is het gestemde wetsontwerp duidelijk een gemiste kans. Zo is de voorziene minimale terugbetaling van 15% aan de schuldeisers in het kader van het reorganisatieplan onvoldoende. In kapitaalsintensieve sectoren zoals bijvoorbeeld de grafische sector, vormt dit slechts een peulschil.
Daarnaast voorziet het wetsontwerp dat de schuldenaar geen vrijwillige betaling aan schuldeisers meer zal mogen doen. N-VA Kamerlid Karel Uyttersprot: “Dit is een positieve evolutie omdat het gedifferentieerd betalingsgedrag tegengaat…ware het niet dat de RSZ en de Fiscus in dit ontwerp het statuut van meestbegunstigde schuldeiser toegewezen krijgen! Dit is een ronduit een schending van het gelijkheidsbeginsel t.o.v. de overige, private partijen in het geding: het is evident dat de KMO’ ers hierdoor in de verdrukking komen te staan.”
“De globale aanpak van deze regering zit ook fundamenteel verkeerd: eigenlijk dienen we in de eerste plaats mensen en middelen te investeren bij het begin van de problemen van een onderneming. Daar signaleren knipperlichten de pertinente problemen. We hebben met andere woorden dringend nood aan een meer proactief, flankerend beleid dat nieuw en professioneel ondernemerschap ondersteuning biedt.”, zo besluit het Kamerlid.
Karel Uyttersprot (N-VA)
0497/522800
Een reactie posten