2012-02-10 Zuurstof voor ondernemerschap

Pleidooi voor ondernemerschap

Karel Uyttersprot


Ons land telt 225.000 werkgevers in de privé-sector die samen 2.7000.000 personen tewerkstellen. Er zijn 185.000 bedrijven die minder dan 10 werknemers tellen, of ruim 82 % van het aantal werkgevers. Zowat 60% van deze ondernemingen situeren zich in Vlaanderen.

Vaststellingen

Onze ondernemingen en vooral de KMO’s zijn diegenen die als eersten de economische crisis voelen. Onze economie zit in een recessie. De inflatie bedraagt 3,65% (Duitsland 2,2% à 2,5%), zes op de 10 KMO’s noteren reeds drie jaar op rij omzetverlies.

55% van de KMO’s verloor ruim een kwart van haar waarde door de crisis,
een economische groei van 0%, de internationale handel en het ondernemersvertrouwen gaan achteruit, het aantal falingen was nooit zo hoog.

Europa vraagt ons bovendien om tegen 2020 de werkzaamheidsgraad op te drijven van 67,5 naar 75%.

Inzake ondernemingsklimaat, gemeten aan de hand van de parameters werk, productie, consumptie en investeringen door de Index of Economic Freedom staat België op de 38ste plaats, net boven Armenië. Onze buren gaan ons sterk vooraf: Luxemburg 13de plaats, Verenigd Koninkrijk 14de plaats en Nederland 15de plaats. Deze index is belangrijk voor internationale investeerders.

Om op deze problemen een antwoord te bieden is een ambitieus beleidsplan nodig.
Onze bedrijven en ondernemers zijn de motor van de economische ontwikkeling, bron van welzijn en welvaart.

Dit vergt een beleid met ambitie en creativiteit om het ondernemerschap, het ondernemingsklimaat en de ondernemingsgraad te verbeteren. N-VA ziet een aantal knelpunten en mogelijkheden. Ondernemen moet gestimuleerd worden in de verschillende fasen van het leven van een bedrijf, m.n. starten-groeien-bloeien.

Hieromtrent zien wij een beleid dat aandacht heeft voor:

Starters

Succesvolle bedrijven

Bedrijven in moeilijkheden


In de eerste plaats willen wij, over alle geledingen heen, pleiten voor een grondige administratieve vereenvoudiging. De minister beloofde de administratieve lasten terug te dringen met 30% tegen 2014.

Starten aanmoedigen

Nieuwe bedrijven zijn essentieel om ons economisch weefsel te vernieuwen, met als uitdagingen innovatie en jobcreatie. Wij stellen vast dat de ondernemerschapsgraad in ons land slechts 7% bedraagt tegenover 12% in de EU. In de Total Entrepreneurial Activity staan wij op de 29ste plaats (!).

De netto aangroei van het aantal ondernemingen, of de ondernemingsnataliteit bedroeg in 2011 : 3.220 eenheden tegenover 13.624 in 2008. Daarom moet ondernemerschap gestimuleerd worden. Een positief imago, een minimum aan administratieve lasten en een gemakkelijke toegang tot de kapitaalmarkt zijn hierbij essentieel.

Maar er is meer.

De grote discrepantie tussen het sociaal statuut van zelfstandigen en het statuut van werknemers en ambtenaren inzake kindergeld, pensioenen, sociale verzekering,… is een handicap. Er is duidelijk nood aan een plan, gekoppeld aan een financieel plan en een tijdspad, om deze verschillen weg te werken. Het wegwerken van het verschil inzake kindergeld wordt, met het oog op de communautarisering ervan, voorzien.
Concreet zien wij een aantal doelgroepen die ofwel ondervertegenwoordigd zijn in de ondernemerspopulatie, ofwel via een duwtje in de rug de weg moeten vinden naar een zelfstandige activiteit.

Universitairen: het aantal universitairen dat een eigen zaak start is beperkt. Zij verkiezen de zekerheid als medewerker, kaderlid in een groot bedrijf of bij de overheid boven de risico’s van ondernemerschap, dat bovendien beladen is met een negatie imago.

Hun creativiteit en inbreng is nochtans essentieel voor de innovatie en jobcreatie. Creatievelingen met een goed idee maar met een eerder beperkte ondernemersgeest kunnen begeleid worden door ervaren ondernemers.

Daarnaast dient ook de idee van “intrapreneur naar enterpreneur” te worden gestimuleerd. Talentvolle werknemers kunnen worden aangezet naar ondernemerschap toe. Als spin-off, als onderaannemer, na afsplitsing van het moederbedrijf.De idee van “uitzwerming” juichen wij dan ook toe.

Succesvol ondernemen stimuleren

Succesvolle bedrijven moeten gestimuleerd worden, niet beteugeld. De toegang tot de kapitaalmarkt voor de financiering van de groei, is hier belangrijk; hier spelen de klassieke banken een rol, maar gaat onze aandacht ook naar alternatieve financiering, zoals win-winlening . Vlamingen zijn grote spaarders. De spaartegoeden bedrage ruim 740 miljard €, of een spaartegoed van 67 000 €/inwoner (excl.vastgoed).

Wij stellen ook de vraag of een initiatief, geïnspireerd op vroegere voorbeelden (bv. Vriendenlening, de wet Cooreman,…), kan ontwikkeld worden. Bedrijven en overheid moeten durven en kunnen investeren.

Wij stellen namelijk voor om de inkomsten uit de strijd tegen de sociale en fiscale fraude niet op te nemen als sluitpost in de begroting, maar opnieuw te investeren in de economie in de vorm van een loonlastenverlaging. Dat zal bovendien het draagvlak van die strijd tegen de fraude vergroten: wie oneerlijk is bestraffen ten voordele van wie eerlijk is.

Het regeerakkoord voorziet een vermindering van de sociale bijdragen voor de eerste drie werknemers. Vooral KMO’s snakken naar geschikt en betaalbaar personeel. Hierbij moet volgens Unizo de aandacht gaan naar tweedekansgroepen, waaronder oudere werknemers, allochtonen en laaggeschoolden.Het project Jobkanaal van de Vlaamse werkgeversorganisaties en de Vlaams Overheid kan hier inspirerend werken. Waar vroeger de inflatie in ons land gelijke tred hield met de ons omliggende landen, wijkt zij momenteel sterk af.

Het is dan ook belangrijk de prijsstijgingen in het oog te houden. De meerderheid wil dit toevertrouwen aan een prijzenobservatorium. Dit mag echter niet leiden tot staatscontrole.


Falingen terugdringen


Vorig jaar gingen ruim 11 000 bedrijven over kop en deden er 1500 bedrijven een beroep op de wet op de continuïteit van ondernemingen(WCO). Bedrijven zijn als levende wezens: zij worden geboren, groeien, bloeien en komen aan hun einde. En ja, zij komen soms vervroegd aan hun einde. Dit wil niet zeggen dat wij niet de nodige inspanningen moeten doen om zieke bedrijven te helpen en te genezen.

De onderkapitalisatie van de bedrijven, de moeilijke toegang tot de kapitaalmarkt liggen hieraan ten oorzaak. Een betere begeleiding van deze bedrijven kan hierbij helpen.

De WCO, de wet op de continuïteit van ondernemingen, is er op gericht bedrijven een tweede adem te geven, te zorgen voor een nieuwe doorstart. Deze wet is aan een grondige evaluatie toe. Misbruiken, het oneigenlijk gebruik van de wet, concurrentievervalsing en het in moeilijkheden brengen van KMO’s en leveranciers, moeten opgelost worden. Wij willen het kind niet met het badwater weggieten, maar bijsturing is nodig.

Daarnaast willen wij pleiten voor een preventief beleid dat ondernemingen in moeilijkheden tijdig opspoort en helpt te genezen. Samenwerking tussen de Rechtbanken van Koophandel, de sector van de boekhouders, revisoren en accountants, evenals de financiële sector is hier aangewezen.

Bijzondere aandacht gaat naar de koplopers inzake falingen: de horeca en kleinhandel. Hier is grote nood aan professionalisering, schaalvergroting, administratieve vereenvoudiging en beter overleg tussen de stakeholders (voor de horeca tussen brouwerij-bieruitzetter-uitbaters).

De N-VA wil via een Horeca-plan hierop een antwoord geven. Uiteraard kijken wij ook met meer dan gewone belangstelling uit naar de beloofde communautarisering van een aantal domeinen die onze Economie en Bedrijfsleven aanbelangen.


Karel Uyttersprot
Volksvertegenwoordiger N-VA
10.2.2012