2012-12-04 Mondelinge vraag betreffende de wederbeleggingsvergoeding

maandag 21 januari 2013


Mondelinge vraag aan de minister van Economie, Consumentenzaken en de Noordzee Johan Vande Lanotte door Kamerlid Karel Uyttersprot (N-VA) betreffende de wederbeleggingsvergoeding

Bij een vervroegde terugbetaling van een lening, moeten bedrijven aan de banken een wederbeleggingsvergoeding betalen. Het uitgangspunt hierbij is dat de banken rente-inkomsten derven wanneer er vroeger dan afgesproken terugbetaald wordt.
Voor particulieren is de wederbeleggingsvergoeding wettelijk geregeld. Voor bedrijven is dit niet het geval, wat de banken de vrijheid geeft om zelf deze vergoeding te bepalen.
Er stelt zich enerzijds het probleem van de kredietverstrekking aan KMO’s, maar anderzijds zijn er heel wat KMO’s die, als zij het goed doen, zich willen ontdoen van hun schuldenlast.


In dit verband, volgende vragen:
- Heeft de minister een idee van de omvang van dit probleem?
- Wat is de hoegrootheid die gevraagd wordt aan de bedrijven door de banken als wederbeleggingsvergoeding bij vervroegde terugbetaling van leningen, investeringskredieten en gelijkaardige financieringen?
- Hebt u een idee het aantal dossiers inzake vervroegde terugbetalingen en de omvang ervan?

Karel Uyttersprot (N-VA)
Brussel, 5 december 2012


Beantwoord in de commissie Bedrijfsleven op dinsdag 18 december 2012



06 Vraag van de heer Karel Uyttersprot aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over "de wederbeleggingsvergoeding" (nr. 14542)

06.01 Karel Uyttersprot (N-VA):
Mijnheer de minister, bij de vervroegde terugbetaling van een lening moeten bedrijven aan de banken een wederbeleggingsvergoeding betalen. Het uitgangspunt is bekend: de banken rekenen aan de betrokken bedrijven hun renteverliezen aan.


Voor particulieren is dit wettelijk geregeld, voor bedrijven niet. Dat leidt tot eigenaardige situaties, daar de bedragen niet vastliggen. De kredietverstrekkers kunnen eigenlijk aanrekenen wat zij zelf willen.

Mijnheer de minister, kent u het probleem? Kent u de omvang ervan? Hoe hoog is de wederbeleggingsvergoeding die gevraagd wordt door de verschillende banken bij de vervroegde terugbetaling van leningen, investeringskredieten of andere financieringen?

Hebt u een idee over het totale aantal dossiers en de betrokken bedragen? Misschien is dit laatste voer voor een schriftelijke vraag?

06.02 Minister Johan Vande Lanotte: Ik heb geen exacte cijfers over de omvang noch over het aantal dossiers. Uit het jaarverslag 2011 van de ombudsdienst Financiƫle geschillen bij ondernemingen blijkt dat het grootste aandeel van de ontvankelijke klachten, 12 dossiers op 36, betrekking heeft op wederbeleggingsvergoedingen.

Ik legde de vragen voor aan Febelfin maar zij hadden geen sectorgegevens. De tijd was te kort om alle individuele banken te bevragen. Het platform Financiering van Ondernemingen werd in 2010 door Febelfin opgericht. Daarin zitten partners zoals UNIZO, UCM, VBO, Beci, Voka, UWE, NSZ, de cijferberoepen, de vijf individuele banken, Agoria, Assuralia, Essentia, enkele individuele ondernemingen, KeFiK en Kredietbemiddelaar. Op dat platform klaagden de ondernemers volgens Febelfin vooral over het gebrek aan transparantie tijdens het aangaan van het krediet en de hoogte van de bedragen. Men begint aan iets maar men weet niet waar het eindigt. De fundinglossvergoedingen zorgen voor problemen. De letterlijke tekst van een kredietenovereenkomst van banken aan ondernemingen is voor veel interpretatie vatbaar.

Ik was een tijd voorzitter van een bedrijf dat uiteraard leningen en kredietopeningen aanging. De bank geeft een krediet maar kan het opzeggen bij een heel aantal situaties. Het komt erop neer dat ze de overeenkomst kunnen opzeggen wanneer ze dat willen.

Over de grootte deelde Febelfin enkel mee dat ze afhankelijk was van het verschil tussen de intresten die de bank van de kredietnemer zou hebben ontvangen en de intresten die de bank in de plaats daarvan zou ontvangen bij de herplaatsing. Die simpele economische reden kan ik begrijpen. Dat geldt ook voor hypothecaire kredieten. Daar is wel in een regeling voorzien.

Ik merk op dat door de banken de toepassing van artikel 1907bis van het Burgerlijk Wetboek, dat spreekt over een maximale vergoeding van zes maanden intrest, een bestaande regeling dus, in twijfel wordt getrokken. De ombudsdienst zelf maakt een onderscheid tussen kredietopeningen waarop het artikel niet van toepassing zou zijn, en gewone leningen op intrest waarop het wel van toepassing zou zijn. De banken stellen dat er hierover onduidelijke rechtspraak is: u vindt dat in dat platform.

Een wetsverduidelijking en een minimale bescherming van de handelaars met betrekking tot kredietverstrekking, zowel op het niveau van de tarieven als dat van de wederbeleggingsvergoeding, is voor mij niet onbespreekbaar. Ik wil daar niet als een hond in een kegelspel belanden: er worden gesprekken gevoerd. De dienst Krediet en Schuldenlast bij de DG E3 van de FOD Economie weet het niet, maar Febelfin zegt dat er gesprekken aan de gang zijn met de ministers Laruelle en Vanackere over een optionele bescherming. Best wachten wij die bespreking af, waarbij ik niet zelf betrokken ben. Ik wil er op het einde wel bij betrokken worden. Het is geen onterechte vraag om daar transparantie in te brengen en willekeur uit te sluiten.

06.03 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor dit positieve antwoord. Ik geloof dat de banken vrij inventief te werk gaan. Er zijn bepaalde oplossingen of bepaalde reglementen voor leningen, maar men is dan creatief en zegt dat het niet over een lening gaat, maar over een investeringskrediet of een andere financieringsvorm. Zij kunnen beschikken over vrij goedkoop geld dat ze dan uitlenen aan 4 % tot 5 % en dan doet men de bedrijven nog eens betalen als zij hun geld vervroegd teruggeven.

Ik ben blij dat wij op dezelfde lijn zitten. Zult u een initiatief nemen?

06.04 Minister Johan Vande Lanotte: Ik zal contact opnemen met minister Laruelle en minister Vanackere. Febelfin is met hen aan het praten, dus moet ik met hen daarover in contact treden.

Het incident is gesloten.

Comments

0 Responses to "2012-12-04 Mondelinge vraag betreffende de wederbeleggingsvergoeding"

Een reactie posten

Karel Uyttersprot (soms) On Twitter

Goeie Vlaamse Twitteraars

De verandering begint in Denderbelle - Lebbeke - Wieze

 

DENKEN–DURVEN–DOEN




Dagelijks worden wij geconfronteerd met de problemen en zorgen van ondernemers, medewerkers, werkzoekenden, ... Dit zette mij aan het denken.

In plaats van langs de zijlijn te blijven staan, heb ik een boeiende job opzij gezet om via de politiek mee te timmeren aan een beleid van durven.

Als oplossing om uit de puinhoop te geraken, ben ik van oordeel dat een grondige staatshervorming dringend nodig is om zo de problemen, zoals een drastische hervorming van justitie, werkgelegenheid en jobs, echt betaalbare pensioenen, veiligheid en ondernemerschap, ... aan te pakken.
Dit wil ik doen.

Berichtenarchief