In de Plenaire vergadering Parlement 8.10.2013, over de berekening van de Sociale bijdragen die zelfstandigen moeten betalen aan hun Sociale Kas voor Zelfstandigen. Wetsontwerp houdende hervorming van de berekening van de sociale bijdragen voor zelfstandigen (2938/1-3)
Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, de berekening van de sociale bijdragen voor zelfstandigen is een oud zeer. Voorliggend wetsontwerp is dan ook bijzonder belangrijk voor wie in dit land onderneemt, voor onze zelfstandigen en ondernemers.
Het wetsontwerp wijzigt de berekeningswijze van de sociale bijdragen die per kwartaal moeten worden betaald. Het wijzigt ze op een dergelijke wijze dat men een nauwere aansluiting met de realiteit wil bekomen dan de N-3 wil bekomen.
De ondernemers hebben de keuze tussen drie systemen..
Ten eerste, een eerste mogelijkheid is een kwartaalbijdrage berekend op basis van het beroepsinkomen, zoals gekend op 1 januari N-3. De betrokkene kan een hoger bedrag betalen,
maar mag ook een lager bedrag betalen, indien daartoe de toestemming van het RSVZ wordt
bekomen. Zodra de beroepsinkomsten bekend zijn, volgt een regularisatie. Reeds in december 2012 heb ik samen met mevrouw Demir een gelijkaardig voorstel ingediend.
Het betrof een voorstel om onze ondernemingen en ondernemers te responsabiliseren, een voorstel voor meer transparantie en om een betere aansluiting bij het inkomen te bekomen, volgens het jaar dat de inkomsten worden verworven. In een dergelijk jaar-op-jaarsysteem betaalt de zelfstandige onmiddellijk de sociale bijdragen, die op basis van een raming van de inkomsten van het jaar worden berekend.
Dit systeem sluit bij het jaar-op-jaarsysteem aan, maar is niet gelijkaardig.
Niet getreurd echter, het is alleszins een belangrijke verbetering van wat was.Wij hebben niettemin een aantal bemerkingen.
- Ten eerste, wij zijn van mening dat de invoegetreding van deze wet op 1 januari 2015 een vrij lange overgangstermijn inhoudt.
- Ten tweede, het RSVZ moet bepalen of iemand al dan niet minder mag betalen. De RSVZ zit echter dikwijls zelf in geldnood. Zal het derhalve wel bereid zijn die vermindering toe te staan?
- Ten derde, er is een overgangsperiode vastgelegd voor wie op pensioen is. Voor hen geldt een specifiek uitzonderingsregime. Wat doen wij echter met onverwachte stopzettingen, bijvoorbeeld van iemand die ziek wordt en zijn zaak moet stopzetten?
- Ten vierde, er wordt ook in een evaluatie voorzien na vier jaar, wat ons een lange termijn lijkt. Het voorliggende ontwerp wijzigt op een betekenisvolle wijze het bestaande systeem.
Een reactie posten