Mondelinge vraag : malafide reclameronselaars

donderdag 18 november 2010

27-10-2010 : Mondelinge vraag van Karel Uyttersprot (N-VA) aan de minister van Justitie Stefaan De Clerck over de strijd tegen de reclameronselaars.


Brussel, 27 oktober 2010
Mijnheer de minister,

Betreft: malafide reclameronselaars – internet bedrijvengidsen


De praktijken van malafide reclameronselaars voor waardeloze internet-bedrijvengidsen zijn u niet onbekend. De techniek bestaat er doorgaans in dat aan een onderneming een deels ingevulde bedrijfsfiche wordt overmaakt met een aantal foute gegevens. Men vraagt de gegevens aan te vullen, te verbeteren en terug te sturen naar een 'free fax' of onder portvrijdom. Door de verbetering van de gegevens en het ondertekenen van het formulier engageert de ondernemer zich tot een 3-jarig contract van aanzienlijke bedragen.

De schade die deze ronselaars aan de Nederlandse economie aanbrengen wordt geraamd op 400 miljoen euro (bron Unizo). In Nederland bestaat hiervoor een centraal meldpunt. In ons land zijn er zowat 35 ronselaars actief.

Een van deze ronselaars, DAD, werd na een procedure in beroep te Gent vrijgesproken. Op deze wijze worden malafide praktijken gelegaliseerd en stelt de rechtbank een oplichter in het gelijk. Wij stellen dan ook een groot verschil in aanpak en benadering vast van de verschillende parketten.


Daarom stel ik bijgevoegde vragen :

1) Over een aantal misleidende praktijken werden reeds pro justitia’s opgemaakt. Zal Justitie vervolgen?
2) Heeft u inmiddels het college van de procureurs-generaal verzocht om de dossiers rond reclameronselaars te vervolgen wanneer deze overgemaakt worden door de Economische Inspectie ?
3) Hoeveel zaken werden in 2009, en tot op heden in 2010, aanhangig gemaakt waarvan misleidende reclamepraktijken het onderwerp waren ?
4) Heeft u reeds overleg gepleegd met de minister van Economie om een gezamenlijk initiatief te ondernemen tegen deze praktijken ?
5) Hoe kan dit probleem pro-actief en structureel worden aangepast?


Met dank voor uw antwoorden,

Karel Uyttersprot




Antwoord gegeven in Commissie Justitie op woensdag 10/11/2010:

07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister van Justitie over "de praktijken van malafide reclameronselaars" (nr. 595)
- de heer Karel Uyttersprot aan de minister van Justitie over "de strijd tegen de reclameronselaars" (nr. 640)
- de heer Bert Schoofs aan de minister van Justitie over "de aanpak van de reclameronselaars" (nr. 659)


07.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, dit dossier sleept al geruime tijd aan. Ik en mijn andere collega’s hebben zowel u als minister Van Quickenborne er vragen over gesteld. Het gaat over de praktijken van reclameronselaars. Malafide reclameronselaars verdienen tientallen miljoenen euro door nietsvermoedende scholen, ondernemers en verenigingen waardeloze advertenties aan de hand te doen. Vaak doen zij dat onder het voorwendsel dat zij tot officiële instanties behoren, zoals politie en brandweer, of dat zij een goed doel zouden dienen.

Vaak worden er ook brieven gestuurd naar bedrijven met opzettelijk fout ingevulde adresgegevens. Men vraagt dan de bedrijven de gegevens te controleren en te verbeteren. Nietsvermoedend sturen zij de verbeterde gegevens terug en ontvangen zij daarna een gepeperde factuur.

In een persbericht van de voorbije zomer haalde u terecht aan dat het Europees Voorzitterschap de mogelijkheid biedt die strijd tegen reclameronselaars voort te zetten. Ook websites van buitenlandse ondernemingen die zich schuldig maken aan zulke strafbare feiten, kunnen ontoegankelijk worden gemaakt door gebruik te maken van artikel 39bis van het Wetboek van strafvordering.

Het is ook belangrijk dat UNIZO een actieplan tegen reclameronselaars heeft opgesteld. Ik denk dat u daarvan op de hoogte bent. Het gaat onder meer over een bewustmakingscampagne, het opleggen van een wettelijk verbod, een hogere prioriteit voor de parketten, een beroepsverbod voor zaakvoerders die werden veroordeeld, grensoverschrijdende samenwerking en een Europees handhavingsbeleid.

Mijnheer de minister, hebt u, zoals past in het actieplan van UNIZO, dit dossier aangekaart tijdens het Europees voorzitterschap met het oog op die grensoverschrijdende samenwerking? Wat zijn de resultaten daarvan?

Op welke manier worden deze misdrijven in ons land gevolgd? Er is verschillende keren gevraagd om een hogere prioriteit te geven aan dit fenomeen bij onze Belgische parketten en het Belgisch gerecht.

Hoeveel websites werden reeds ontoegankelijk gemaakt op basis van het vermelde artikel 39 bis van het Wetboek van strafvordering.

07.02 Karel Uyttersprot (N-VA):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ook uit mijn vroegere leven heb ik een dossier meegenomen en dat wordt steeds maar dikker. Moest er een prijs zijn voor de meeste creativiteit voor malafide bedrijven, denk ik dat die mensen die prijs zouden halen. Op hun schrijven sta ik als bezitter van een ijzerwinkel, dat bij wijze van voorbeeld.

Het gaat ver, er zijn niet alleen de foute gegevens bij het sturen van de brieven, maar bijvoorbeeld ook de vraag tot annulering van een niet-gevraagde advertentie. Men zegt dan dat men in een gids zal worden opgenomen en er geen probleem is indien men dat niet meer wenst. Men moet dat bevestigen, maar men zegt dat men er wel vanuit gaat dat men er deze keer nog gaat in staan.

In het Gentse is er dan ook een organisatie uit Mexico actief met een zogezegde officiële expogids, voor de expo’s in Flanders Expo. Er is ook een zogezegd officieel trademark register, dat is een bedrijf uit Wenen. Dat bedrijf plukt uw logo van internet, stuurt u dat logo door en vraagt of u in het internationale trademark register wilt komen, dat u dat moet laten weten. In de kleine lettertjes staat er wat u dat gaat kosten. Daartegen hebben wij indertijd wel pro-actief kunnen optreden, door het inschakelen van de Oostenrijkse ambassade.

In Nederland bedraagt de omzet van die malafide praktijken ongeveer 400 miljoen euro, zo becijferde UNIZO.

De Economische Inspectie maakte reeds heel wat processen-verbaal op. Wordt er daar ook vervolgd? Wij stellen immers vast dat er nogal wat verschil is tussen Brussel, waar vervolgd wordt, en anderzijds Gent, waar onlangs het bedrijf DAD, naar Duits recht, vrijgesproken werd.

Het gevolg is dat die firma DAD al haar oude facturen die niet betaald zijn, uit de kast gehaald heeft en al die bedrijven is beginnen rappelleren verwijzend naar de uitspraak van Gent.

Hebt u een idee over hoeveel bedrijven het gaat? Ik denk dat wij reeds een inventaris van 25 à 30 malafide ronselaars van dat soort systemen.

Is er met het College van procureurs-generaal daarover reeds overleg geweest om daaraan een halt toe te roepen?

Hebt u een idee van het aantal zaken dat schade brengt aan onze economie en het bedrag?

Is over overleg met de minister van Economie daaromtrent?

Wij moeten ook zoeken naar een structurele aanpassing. Nu is het allemaal een beetje post factum. Wij wachten tot de bedrijven gefopt zijn en dan pas wordt er opgetreden, terwijl men eigenlijk die sloebers moet tegenhouden nog voor ze met hun praktijk kunnen verder doen. Is er daarom ook een juridische mogelijkheid om die malafide ronselaars op de site van de Economische Inspectie te zetten?

Kunnen de bevoegde rechtbanken via een circulaire gewezen worden op deze praktijken, verwijzend naar de recente uitspraak van Gent bijvoorbeeld, om die rechtbanken te informeren over de ware achtergrond van dat soort toestanden?

07.03 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de minister, ik herinner mij van de vorige legislatuur dat wij begin dit jaar, in het prille voorjaar, het Europees voorzitterschap hebben voorbereid in een gemengde commissie met Kamer en Senaat. Ik heb toen gesuggereerd het probleem van de reclameronselaars aan te pakken omdat dit een typisch geval van grensoverschrijdende problematiek is.

De werkgeversorganisaties waarschuwen hun leden zoals onlangs nog in een oproep van VOKA, met naamvermelding van een aantal bedrijven. Zeer recent bond UNIZO de kat nog de bel aan om bijkomende stappen te zetten tegen die malafide reclameronselaars. Ze doen ditmaal ook een aantal concrete voorstellen. Collega Van der Auwera heeft daar al naar verwezen. Collega Uyttersprot haalde al aan dat er vrijspraak is gevolgd voor een van die bedrijven, met als gevolg dat de stroper nu boswachter is geworden.

.....

07.04 Minister Stefaan De Clerck: Mevrouw de voorzitter, collega’s, dit is en blijft een moeilijk punt. Ik heb dat van bij het begin gezegd. Er is immers een veelheid aan problemen, een veelheid aan initiatieven en het zal inderdaad alleen maar kunnen opgelost worden als iedereen op een of andere manier attent is, vlug reageert en de stappen zet. Ook Justitie moet op het einde van de keten haar deel van de job doen.

Ik heb inderdaad kennisgenomen van die recente persmededeling van UNIZO waarbij het Gentse hof van beroep een vordering tot staking tegen Deutscher Adressdienst heeft afgewezen. Ik ken de concrete gegevens niet in deze zaak, maar ik kan u wel meedelen dat het parket van Brussel in februari 2010 een vordering heeft ingesteld tegen dezelfde onderneming voor de correctionele rechtbank van Brussel.

Daarenboven wil ik er ook op wijzen dat met de huidige stand van de wetgeving praktijken waarbij reclame wordt geronseld op een misleidende manier en zonder dat er enige ernstige tegenprestatie tegenover staat, in principe burgerrechtelijk kunnen worden bestreden door de rechtsfiguur dwaling, men kan ook een wanprestatie inroepen. Al degenen die advocaat zijn, weten welke mogelijke argumenten kunnen ingeroepen worden. Het gaat echter zeker ook over handelspraktijken. Vanuit de wet op de handelspraktijken zijn er zeker ook mogelijkheden om daar tegenin te gaan.

De vraag is of dat altijd succesvol zal zijn. Er zijn inderdaad ook reeds uitspraken geweest waaruit men af moet leiden dat dit als een correcte praktijk wordt beschouwd, dat het als een normale contractuele relatie of opbouw van contractuele relatie wordt beschouwd. Het is dus niet gemakkelijk.

In die optiek heeft de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Gent de reclameronselaar bvba Internetbedrijvengids op 15 februari 2008 veroordeeld tot het staken van alle oneerlijke en misleidende handelspraktijken.

Ik zou hoe dan ook de slachtoffers van deze praktijken willen oproepen niet te betalen, om direct te reageren, maar vooral ook om onmiddellijk klacht neer leggen bij de dienst Controle en Bemiddeling van de FOD Economie. Dit is de eerste noodzakelijke stap als men iets bemerkt, als men ziet dat er iets vreemds aan het gebeuren is, als men zich vragen stelt. De FOD Economie is in eerste instantie de verantwoordelijke. De voormalige Economische Inspectie is de eerste aanspreekdienst om te reageren.

De vraag tot oprichting van een steunpunt acquisitie naar Nederlands model, zoals gesteld door de heer Schoofs, moet wel bekeken worden in het licht van de bestaande informatie op de website van de FOD Economie. Ik zal dat ook nog eens doorzenden of u zult dat zelf ook vragen aan collega Van Quickenborne, die daarover ook reeds verschillende keren ondervraagd is geweest. Hij heeft de materie in eerste instantie, ook Europees is hij degene die het dossier moet introduceren.

Dat heel veel van deze malafide ondernemers opereren vanuit andere landen buiten de Europese Unie is een heel belangrijk instrument in deze hele discussie over het toepassen binnen Europa van eenzelfde eerlijke handelspraktijk, daar zit de volgende problematiek, namelijk verschillen in wetgeving op dat vlak. In het kader van het Europees voorzitterschap heb ik laten nagaan of dit kan worden aangekaart op de raad van ministers van Justitie, maar uit de analyse door de experts blijkt dat dit valt onder de raad van ministers van Economie. Dat is de reden dat ik dit ook nog eens aan collega Van Quickenborne meedeel.

De strafrechtelijke aanpak van het fenomeen is natuurlijk de laatste fase. Uit de gegevens die ik van het College van procureurs-generaal heb gekregen, blijkt dat de verschillende parketten in ons land wel degelijk op geregelde basis actie ondernemen tegen de malafide praktijken die ter zake opduiken.

Bijvoorbeeld, na vervolging door het parket van Brussel werd op 28 februari 2008 een Duitse onderneming omwille van misleidende reclame door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld. Op 4 maart 2009 heeft het hof van beroep een princiepvonnis tegen een Spaanse onderneming geveld en het betrokken bedrijf een boete van 137 500 euro opgelegd.

Ook de websites van buitenlandse ondernemingen die zich aan dergelijke strafbare feiten schuldig maken, worden ontoegankelijk gemaakt, door van artikel 39bis van het Wetboek van strafvordering gebruik te maken. Voornoemd artikel laat de mogelijkheid van het ontoegankelijk maken toe.

Hoewel ik ze bij het College van procureurs-generaal heb opgevraagd, heb ik geen cijfers over, zoals mevrouw Van der Auwera vraagt, het aantal keer dat voormeld artikel is toegepast. Ik heb daarvan nog geen cijfers. Ik zal ze later mededelen.

Er is mij ook informatie uit andere parketten bekend. Bijvoorbeeld, in Gent en Charleroi wordt er wel degelijk tot vervolging overgegaan, indien blijkt dat het om een strafbaar feit gaat. In 2005 werd een vennootschap omwille van misleidende reclame en het oneigenlijk gebruik van de naam “Gouden Gids” door de rechtbank van eerste aanleg van Doornik veroordeeld.

Het College van procureurs-generaal meldt mij overigens dat het niet mogelijk is om andere gegevens van lopende dossiers vrij te geven, teneinde de lopende vervolgingen niet in gevaar te brengen.

Ik heb de problematiek tijdens het College van procureurs-generaal van 6 maart 2009 aangekaart. Ik zal ze nu opnieuw aankaarten. Wij moeten nu immers de volgende stap zetten. Bij het volgende College van procureurs-generaal moet een inventaris worden gemaakt van wat het voorbije jaar is gedaan. Tevens moet worden nagegaan welke bijkomende stappen moeten worden gezet.

In voornoemd kader bezorgde ik het College van procureurs-generaal ook een kopie van de UNIZO-actiebundel. Ik heb de bundel aan het College van procureurs-generaal doen bezorgen. Ik wil immers een heel precies antwoord op de inhoud ervan krijgen. De bespreking ervan wordt op het eerstkomende College van procureurs-generaal geagendeerd, zodat kan worden nagegaan wat er ter zake aan het probleem is gedaan. De kwestie is in maart 2009 immers al eens besproken. Nu moet dus worden bekeken welke initiatieven, stappen en vervolgingen er zijn ondernomen en wat het antwoord van het College van procureurs-generaal is op de suggesties die door UNIZO zijn geformuleerd.

Het College van procureurs-generaal heeft het dossier in kwestie intussen ook al bij de werkgroep ECOFINFISC geagendeerd. ECOFINFISC is het netwerk van de gespecialiseerde magistraten. Aldus kunnen zij een antwoord bieden. ECOFINFISC is het expertisenetwerk inzake economische, financiële en fiscale dossiers.

Vanaf 29 mei 2009 is het onderwerp bij ECOFINFISC aan bod gekomen. Het is ook bij de daaropvolgende vergaderingen aan bod gekomen. Het dossier wordt in voormelde werkgroep nu systematischer opgevolgd.

Voor elke zaak moet worden nagegaan of aan de wettelijke voorwaarden van oplichting of bedrog is voldaan om strafrechtelijk te kunnen functioneren. Of er van oplichting of bedrog sprake is, moet aan de hand van artikel 496 van het Strafwetboek worden bekeken.

Ik ga ervan uit dat wij de zaak moeten blijven opvolgen.

Echter, de veelheid aan initiatieven wijst op een kameleonproblematiek. Het probleem wordt in een kleur aangepakt en verandert. Uit een ander land komt vervolgens een andere techniek of methode aangewaaid. De problematiek kan dus niet in een keer worden vastgegrepen.

Aangezien u in Duitsland als ijzerwinkel bent genoteerd, is zulks interessant. Ik weet niet of VOKA er als ijzerwinkel is genoteerd, dan wel of het de N-VA is die als ijzerwinkel is genoteerd, aangezien u een dergelijke correspondentie ontvangt. In elk geval, indien u correspondentie over uw ijzerwinkel ontvangt, laat het mij dan weten, zodat ik zo snel mogelijk kan reageren.

Snelheid en aandacht vanwege iedereen en op alle echelons, vanwege de kleine handelaars, de organisaties, het economische onderdeel, de politie en justitie, vormen de enige methode om efficiënt te kunnen werken. In principe bestaan de instrumenten om te vervolgen reeds. Afhankelijk van geval tot geval bestaat er in principe voldoende wetgeving om initiatieven te nemen. Met een goede sensibilisatie kunnen wij hopelijk tot een efficiëntere aanpak komen. Ik volg de zaak bij het College van de procureurs-generaal.

07.05 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, het is duidelijk dat u samen met uw collega nauw bij het dossier betrokken bent. Er bestaat inderdaad voldoende regelgeving op civielrechtelijk vlak, zoals dwaling en wanprestatie. Die regels om het te kunnen aantonen zijn echter niet altijd even soepel. Wat het strafrechtelijke betreft, hebt u het zonet zelf uitgelegd. Belangenorganisaties zoals UNIZO publiceren geregeld persberichten waarover wij in de commissie vragen stellen. Zij doen al heel wat om onze ondernemers te sensibiliseren en het probleem te erkennen.

Ik heb u cijfers van de parketten gevraagd. Daar moet gewezen worden op tekortkomingen. De Economische Inspectie heeft in 2009 een pv opgemaakt tegen Belga Marketing dat aan een procureur werd bezorgd. Hier staan nog verschillende voorbeelden, maar over vervolgingen wordt nooit gecommuniceerd.

Een groot probleem waarmee wij ook te maken hebben, bestaat erin dat reclameronselaars zich zeer snel aanpassen. Onder meer door onze vernieuwde faillissementswetgeving is het heel simpel dat zo’n zaak failliet gaat, maar dat binnen de kortste keren een nieuwe vennootschap opduikt die de lopende contracten overneemt. Zo zit het spel weer op de wagen. Het is een carrousel waarvoor wij ons hoofd niet in het zand mogen steken. Het feit dat die praktijken bestaan, betekent dat er enorm veel geld mee is gemoeid, zoniet deed men die moeite ook niet.

U zegt zelf dat het Europees handhavingsbeleid faalt, omdat bepaalde lidstaten, zoals Nederland, Duitsland, Spanje en Luxemburg, de richtlijn over misleidende reclame niet hebben omgezet. Daarop moet dringend worden gehamerd. Die ondernemingen opereren dan immers vanuit die landen. Er moet dringend met die landen worden gesproken.

Er is duidelijk nog een Europees wetgevend initiatief nodig. Wij kunnen de suggestie van UNIZO ondersteunen de richtlijn van het Europees Parlement te amenderen met een grijze of zelfs zwarte lijst van praktijken die als misleidend worden beschouwd. Dat is een heel belangrijk signaal voor de ondernemers, de buitenwereld en de betrokkenen zelf dat dit niet door de beugel kan.

07.06 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de minister, ik geloof dat de Economische Inspectie al een paar honderd pv’s heeft opgemaakt, maar daarbij blijft het. Die blijven steken bij de parketten. Er wordt geen prioriteit gegeven aan die zaken. Trouwens, een van die bedrijven bevindt zich hier in de buurt, in de Koningsstraat, onder heel wat verschillende namen. Het blijkt echter om een fictief postbusadres te gaan.

Het is natuurlijk een zeer moeilijke zaak voor organisaties als UNIZO en VOKA die hun leden en de bedrijven aanmanen niet te betalen, wanneer er een arrest of een vonnis van Gent komt dat de firma DAD een vrijgeleide geeft alle openstaande facturen te vorderen met de beslissing van de Gentse rechtbank als achtergrond.

Ik heb nog een laatste vraag. Kan de publicatie van die bedrijven op internet worden gezet? Kan dat of mag dat?

07.07 Minister Stefaan De Clerck: De publicatie van lijsten vormt een discussie met betrekking tot de privacywetgeving. Vanaf wanneer mag men wie op een lijst zetten? Hoe komt men op een lijst? Hoe geraakt men ervan af? Wie oordeelt? Theoretisch kan het echter, zoals door overheidsdiensten in verband met gezochte personen. Dan moet men natuurlijk heel nauwkeurig en heel scherp definiëren wie wel, wie niet, vanaf wanneer en op welke manier. Dat is duidelijk een discussie over privacy. Als een bedrijf daar eenmaal ten onrechte opkomt, zit het immers met een groot probleem. Theoretisch kan het dus, maar het is zeer heikel zoiets te organiseren. Ik weet niet of door de lijst op de website van de Economische Inspectie te zetten het probleem opgelost zal zijn. Ik stel daar vragen bij. Ik denk dat het een moeilijke weg is om het probleem fundamenteel op te lossen.

07.08 Karel Uyttersprot (N-VA): Het probleem is dat er nu post factum wordt opgetreden. De zaken die gevorderd worden, gaan over degenen die niet betalen. Wij hebben echter geen idee van de brave personen die wel hebben betaald. Zij betalen die 1 000 euro maar gauw, want een advocaat kost hun meer. Wij hebben dus geen idee over hoeveel geld het eigenlijk gaat.

07.09 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de minister, u verwijst terecht naar de vervolgingsinstrumenten op het vlak van strafrecht, burgerlijk recht en handelsrecht.

Er stelt zich echter een hogere dimensie in dit probleem en VOKA en UNIZO hameren daar op. Zij vragen een aanpak sui generis. VOKA en UNIZO zijn nu niet bepaald organisaties die men kan betichten van regelneverij en men wil dus echt wel dat er op dit vlak een gespecialiseerde aanpak volgt tegen gespecialiseerde firma’s, gespecialiseerd in oplichting of in het opereren in een duistere zone rond oplichting en dergelijke praktijken.

...

Het incident is gesloten.


Comments

0 Responses to "Mondelinge vraag : malafide reclameronselaars"

Een reactie posten

Karel Uyttersprot (soms) On Twitter

Goeie Vlaamse Twitteraars

De verandering begint in Denderbelle - Lebbeke - Wieze

 

DENKEN–DURVEN–DOEN




Dagelijks worden wij geconfronteerd met de problemen en zorgen van ondernemers, medewerkers, werkzoekenden, ... Dit zette mij aan het denken.

In plaats van langs de zijlijn te blijven staan, heb ik een boeiende job opzij gezet om via de politiek mee te timmeren aan een beleid van durven.

Als oplossing om uit de puinhoop te geraken, ben ik van oordeel dat een grondige staatshervorming dringend nodig is om zo de problemen, zoals een drastische hervorming van justitie, werkgelegenheid en jobs, echt betaalbare pensioenen, veiligheid en ondernemerschap, ... aan te pakken.
Dit wil ik doen.

Berichtenarchief